om zijnentwil


om zijnentwil 1.0

(archaïsch; (vooral) geschreven taal)

ter wille van hem; ten behoeve van hem; voor hem; pregnanter ook: uit liefde voor hem
Ook bekend van tal van Bijbelpassages, bv. Mattheus 27:19.

Algemene voorbeelden


Vóór zijn achtste jaar had hij noch gesproken, noch gelopen, ofschoon zijn moeder om zijnentwil van de ene badplaats naar de andere was gereisd in de hoop dat het jodium uit de lucht de degeneratie van de lange inteelt zou kunnen te niet doen.

Martha, Lut Ureel,

Met in haar mooie ogen tranen, die ze aan de kilte toeschreef, bedacht ze, dat hij haar toch niet kwalijk kon nemen dat ze zo lang in Den Artiest had gewerkt, vermits ze dit alleen om zijnentwil deed.

Pagadders, Leo Geerts,

De liefde kende voor hem inmiddels geen geheimen meer, het enige dat hij nog nooit had gedaan was iemand een koosnaam geven, en nu, starend over de schuimwolken naar de vrouw tegenover hem, die zich niet alleen voor haar geliefde afbeulde in de bediening maar zich ook nog eens om zijnentwil in alle formaliteiten van borgstelling, visum en verblijfsvergunning had verdiept – nu hij haar voor het eerst behalve mooi ook werkelijk stoer vond, schoot hem er zomaar een te binnen.

Spitzen, Thomas Rosenboom,